In ingebedde systemen is er vaak maar een beperkte hoeveelheid geheugen beschikbaar. Daarom wordt er veel aandacht besteed aan het produceren van compacte programma's voor deze systemen, en zijn er allerhande technieken ontwikkeld die automatisch het geheugengebruik van programma's kunnen verkleinen. Tot nu toe richtten die technieken zich voornamelijk op de toepassingssoftware die op het systeem draait, en werd het besturingssysteem over het hoofd gezien. In dit proefschrift worden een aantal technieken beschreven die het mogelijk maken om op een geautomatiseerde manier het geheugengebruik van een besturingssysteemkern gevoelig te verkleinen. Daarbij wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van compactietransformaties tijdens het linken. Als we de hardware en software waaruit het systeem samengesteld is kennen, is het mogelijk om nog verdere reducties te bekomen. Daartoe wordt de kern gespecialiseerd voor een bepaalde hardware-software combinatie. Overbodige functionaliteit wordt opgespoord en uit de kern verwijderd, terwijl de resterende functionaliteit wordt aangepast aan de specifieke gebruikspatronen die uit de hardware en software kunnen afgeleid worden. Als laatste worden technieken voorgesteld die het mogelijk maken om weinig of niet uitgevoerde code (bijvoorbeeld code voor het afhandelen van slechts zeldzaam optredende foutcondities) uit het geheugen te verwijderen. Deze code wordt dan enkel ingeladen op het moment dat ze effectief nodig is. Voor ons testsysteem kunnen we met de gecombineerde technieken het geheugengebruik van een Linux 2.4 kern met meer dan 48% verminderen.